Het is Roze Zaterdag en het zou 33 graden worden in Venlo. Ik zei een paar dagen van tevoren dat ik niet zou gaan. Ik heb immers een kind die écht niet tegen warmte kan en zelf werd ik van de week ook heel vervelend toen het maar een graad of 27 binnenshuis was.
We moeten niet gaan. Ik moet het loslaten.
Maar daar werd ik heel verdrietig van.
Ik ben al 28 jaar uit de kast, maar na al jaren geen relatie meer te hebben en veel lesbische vrienden te zijn kwijt geraakt, bestaat mijn lesbisch zijn op dit moment alleen uit af en toe een slechte date (of een slechtere chat daaraan vooraf gaand) en ‘hoi’ zeggen tegen een stel van 2 moeders op het schoolplein.
Je kunt je als hetero waarschijnlijk pas voorstellen wat dat met je doet als je een paar maanden in een homowereld zou leven waarin alleen maar mannen- en vrouwenstellen bestaan en alle films op tv een homothema hebben. Als er dan een Nationale HeteroDag zou zijn, zou je er vast heen willen!
Ik ging. Met de kleine, die roze een mooie kleur vindt en regenbogen nog veel mooierderder.
Die zei: ‘Is het ook echt zaterdag vandaag? Nou ja! Wat toevallig!’
Met haar erbij kon het alleen maar een feestje worden.
En dat werd het.
Er bleek dit jaar een kidsarea te zijn (en ook nog eens in de schaduw!), dus daar waren we lang. We keken naar grappige poppenkastvoorstellingen en naar een leuk meisje dat gitaar speelde en lieve liedjes zong. De kleuter werd geschminkt, wilde graag een regenboogvlaggetje en kreeg die. Ze kreeg ook nog een gratis suikerspin, een waterpistooltje (nadat ze blik had gegooid) en véél snoep (jaja, de organisatie van roze zaterdag heeft een goede recruitmentafdeling 🤭), dus zij wil volgend jaar ongetwijfeld weer.
De kidsarea trok vooral heterostelletjes die verkoeling zochten nadat ze de stad in waren geweest met hun kroost. De grote-mensen-area waren te heftig met lawaai en drukte, dus voor mij schoot het zijn doel een beetje voorbij, maar ik wás er.
En volgend jaar hopelijk weer.
Omdat het gewoon fijn is om ook eens in de méérderheid te zijn.