We maakten een wandelingetje naar de supermarkt en kochten een tros nog niet rijpe bananen.
Peuter op de terugweg: ‘Mag ik naan?’
Ik: ‘Nee, deze bananen zijn nog groen. Thuis hebben we bananen die lekkerder zijn. Thuis mag je een banaantje.’
Peuter: ‘Mag ik naan?’
Ik: ‘Nee deze zijn nog te groen, thuis mag je een banaan.’
Peuter: ‘Mag ik naan?’
Ik: ‘Thuis mag je er een!’
Peuter: ‘Mag ik naan?’
Ik: ‘Nee!’
Peuter: ‘Oké!’ *rent vrolijk en tevreden weg*