Was ik vorige jaren nog overtuigd dat ik wilde vertellen dat Sinterklaas niet bestaat (lees ook hier), dit jaar heeft mijn kleuter zóveel fantasie dat ik het moeilijk vond om die blije zeepbel door te prikken. Ik zag steeds die arme puppie-ogen voor me als ze er achter komt dat er geen Sinterklaas bestaat. Kan ik niet! Ik kan wedervragen stellen en ontwijken, maar als ze écht een antwoord wil, dan kan ik ook niet liegen.
Ze denkt over veel na en ik voelde gewoon dat ze wilde weten hoe het zat. Ik liep al een paar dagen met een knoop in mijn maag rond toen de eerste vraag kwam:
‘Wij hebben geen schoorsteen hè?’
– ‘Nee. Of, nou ja, wél, maar niet een die eindigt bij een open haard nee…’
‘Maar,… dan moet Sinterklaas dus door de buis van de verwarming…’
– ‘Eh,…’
‘Hoe komen die pakjes anders in mijn schoen?’
Ze wachtte echt op een antwoord.
Lang leve het Sinterklaasjournaal, dus ik zei: ‘Mama is misschien hulpsinterklaas?…’
‘Heb jij het pakje in mijn schoen gelegd?’, vroeg ze met ondeugende ogen.
‘Ja,…?’, zei ik twijfelend.
Ze leek trots. Wow, mijn mama doet dat gewoon! Maar net toen ik dacht: oké, dat ging goed, zei ze: ‘Dat is wel moeilijk, als Sinterklaas door de buis van de verwarming gaat!’
Een paar dagen ervoor was er een vriendinnetje wezen spelen en terwijl ze aan het tekenen waren had het vriendinnetje steeds gezegd dat het zand wat ze in de lucht tekende niet kon, want dat hoorde op de grond. En wolken waren niet oranje en hoorden juist niét op de grond.
Ze kwam het me verdrietig vertellen. Ik zei toen tegen haar dat het háár tekening was en dat daarin alles mogelijk is. Niet alles hoeft in het echt te bestaan wat je tekent, alles is goed.
Ik moest er aan denken en zei: ‘Weet je nog: in je hoofd kan álles! Alles wat jij wil, kan. Als jij zand in de lucht wil, dan kan dat. In je fantasie is alles mogelijk.’
Daar werd ze pas echt blij van. En ze roept het nu heel vaak: ‘In mijn hoofd kan alles hè mama!’
Twee dagen later, uit het niets: ‘Dus jij bent de Sinterklaas die de pakjes in de schoen stopt?’
Ik zei: ‘Eh,… wat denk jij dan?’
Ze knikte van ja en zei: ‘Maar in je fantasie kan alles hè.’
– ‘Ja, álles!’
‘Ik wil dat hij gewoon door de verwarming gaat!’
– ‘Vertel maar!’
En toen vertelde ze dat hij boven op het dak stond en dan zo en zo en zo door de buizen kruipt ’tot hij bij je schoen komt!’
-‘Dat klinkt heel mooi!’
Weer een paar dagen later probeerde ik na een kritische vraag te vertellen over een meneer, vroeger, die…’, maar ik kon mijn zin niet afmaken, want ze riep meteen: ‘Dus Sinterklaas is een menéér?’
– ‘Eh, ja, wat dacht jij dan? Toch geen mevrouw?
‘Ja, ik dacht een mevrouw!’
– ‘Echt? Mevrouwen hebben over het algemeen toch niet zo’n lange baard?!’
‘Nee, een korte!’
Yep, in je fantasie kan alles liefje! ?
Haha fantastisch ? inderdaad kan ik je fantasie alles. Wij hebben overigens precies dezelfde vraag gesteld vroeger. Stomme verwarming. En ook ik loop met de overweging om maar te vertellen dat het niet echt is. Scheelt een hoop gedoe.